Mijn belangstelling voor vitamine C komt vanuit de kankertherapie. In de Niet-Toxische Tumor therapie (NTTT) speelt vitamine C een belangrijke rol als anti-oxidant. Bovendien geven we dan naast de wateroplosbare vitamine C vaak nog vetoplosbare vitamine C (ascorbylpalmitaat), vooral bij hersentumoren. Maar vitamine C lijkt tevens een essentiële rol te spelen bij de bescherming van het kind tegen de bijwerkingen van vaccinaties of andere stress veroorzakende gebeurtenissen. De Australische arts Dr. Archie Kalokerinos constateerde een verdubbeling van de kindersterfte onder de Aboriginals na vaccinatiecampagnes. De mens kan zelf geen vitamine C maken en is geheel afhankelijk van de vitamine C in zijn voeding. Dit (samen met de cavia) in tegenstelling tot de groep levende wezens waartoe de mens biologisch behoort, de zoogdieren.Bij stress produceren dieren veel grotere hoeveelheden vitamine C. Zo produceert een niet gestresste rat 4,9 gram per 70 kg lichaamsgewicht per dag en onder stress 15,2 gram; een rustige geit 13 gram, een gestresste geit tot wel 100 gram per dag. De mens is door deze genetische misser ernstig gehandicapt, omdat hij zich slecht kan wapenen tegen stress. Bij stress zoals die van vaccinaties, emotionele stress, infecties of andere ziektes, wordt extra vitamine C verbruikt. Daarom adviseert Dr. Kalokerinos nooit een ziek kind of een kind dat nog niet volledig van een ziekte hersteld is te enten. In Nederland wordt hier al jaren door de overheid geen rekening mee gehouden met alle gevolgen van dien. Toen Dr. Kalokerinos de kinderen van aboriginals vitamine C ging geven was hij in staat de kindersterfte, die ongeveer 50% was, vrijwel tot nul te reduceren. Dit heeft er toe geleid dat ik vitamine C nu ook preventief inzet om vaccinatieschade te voorkomen; zie preventie. Bovendien stimuleert Vitamine C de vorming van antilichamen en verbetert dus het effect van vaccinaties. Toen ik zag dat autisme vaak verbeterde door het ontstoren van vaccins, kwam al snel de gedachte op dat vitamine C niet alleen van belang zou kunnen zijn bij de preventie van autisme ten gevolge van vaccinaties, maar dat het ook wel eens een belangrijke rol zou kunnen spelen bij de genezing ervan.
De eerste keer dat ik bij een vierjarig autistisch kind de vetoplosbare vorm van vitamine C (ascorbylpalmitaat) voorschreef, verbeterde zowel spraak als begripsvermogen op spectaculaire wijze. De moeder sprak van een wonder. Sindsdien speelt ascorbylpalmitaat een belangrijke rol in mijn behandelingsprotocol voor autistische kinderen. Het voldoet volledig aan de verwachtingen.
Van vitamine C is bekend dat het de volgende effecten op het menselijk lichaam heeft, die van belang kunnen zijn voor autistische kinderen: